Home

Columns

Verhalen

Artikelen

Contact

 

 

 

 

Schuifelen in de goede richting met Basel III

Op 27 juli maakte de Bank of International Settlements (BIS) bekend dat er brede steun is voor Basel III waarin nieuwe regels voor banken beschreven staan die een volgende kredietcrisis moet voorkomen. Het begin is er, maar een van de belangrijkste problemen is nog niet opgelost.

Wat houdt het nieuwe Basel-akkoord in? En hebben we met de derde herziening van het akkoord sinds 1988 een set regels ontwikkeld die een nieuwe kredietcrisis kan voorkomen?

 

Bank of International Settlements
De zogenaamde akkoorden van Basel worden gesloten door het Basels comité dat onder de Bank of International Settlements (BIS) valt, en is vernoemd naar de vestigingsplaats van de BIS, het Zwitserse Basel.

De BIS is een samenwerkingsverband tussen verschillende centrale banken van grote industriële landen en treedt op als de bank voor de centrale banken onderling.

Bovendien streeft de BIS naar internationale monetaire en financiële samenwerking. Een belangrijk onderdeel hiervan is het bevorderen van het samenwerken van verschillende nationale toezichthouders op het bankwezen. Dat zijn meestal de centrale banken.

Om alle nationale centrale banken een leidraad te geven voor regels, met name met betrekking tot kapitaaleisen voor banken, is in 1988 het eerste Basel akkoord (Basel I) gesloten door de leden van het Basel comité.

Dit Comité bestaat uit de toezichthouders van de grote industriële landen waaronder het Verenigd Koninkrijk, Japan, veel Europese landen en de Verenigde Staten. Nout Wellink, ook president van De Nederlandsche Bank, is momenteel de voorzitter van het comité.

 

Een nieuw Basel akkoord
Al in 1997 werd er een begin gemaakt met onderhandelingen over een nieuw Basel akkoord.

De banken vonden het namelijk niet eerlijk dat ze onder Basel I een vast percentage van hun eigen vermogen moesten aanhouden als buffer voor leningen die ze uit hadden staan.

In Basel 1 werd namelijk geen onderscheid gemaakt tussen leningen met een hoog risico, en die met een laag risico. Alles werd op één hoop geveegd, en daardoor moesten banken een vast percentage eigen vermogen als buffer aanhouden.

 

Kredietderivaten
Bovendien hield Basel I geen rekening met allerlei nieuwe financiële producten. Het gebruik van kredietderivaten als onderpand voor leningen, bijvoorbeeld, werd in beginsel niet erkend.

De banken wilden dit wel graag omdat ze dan nog meer geld konden uitlenen.

Diezelfde kredietderivaten, zoals de beruchte Credit Default Swaps die als een soort verzekering tegen het niet terugbetalen van leningen kunnen worden beschouwd, werden later als een van de aanjagers van de kredietcrisis gezien.

Pas 10 jaar na de start van de onderhandelingen kwam men tot overeenstemming over Basel II. In Basel II werd geregeld dat het vermogen dat banken als buffer moesten aanhouden op kredieten, afhankelijk werd van het risicoprofiel.

Een belangrijke tekortkoming was dat het inschatten van risico’s van leningen een lastige klus bleek te zijn. Kredietbeoordelaars schatten de risico’s van veel producten te laag in, en gaven vaak een te positief oordeel af.

Toen tijdens de kredietcrisis bleek dat veel leningen die de banken op hun balans hadden staan veel risicovoller waren dan eerder ingeschat, bleken hun buffers te klein om financiële klappen op te vangen.

In zekere zin veroorzaakten de regels van Basel II de kredietcrisis. Door deze nieuwe regels konden banken feitelijk zelf bepalen hoeveel kapitaal ze aanhielden als buffer voor slechte leningen. Nu weten we dat dit tot financiële anorexia heeft geleid waardoor de belastingbetaler de banken te hulp moest schieten met miljarden injecties.

 

Basel III
Om een nieuwe kredietcrisis te voorkomen is Basel II broodnodig aan herziening toe.

Op 27 juli maakte de BIS bekend dat er brede steun is voor de hoofdlijnen van het akkoord dat uiteindelijk Basel III moet worden. Het Basels Comité zal de aanpassingen nog verder uitwerken zodat het, als alles volgens planning loopt, in 2018 kan worden geïmplementeerd in de verschillende landen.

 

Uitstel
Dat is een stuk later dan 2012, wat in eerste instantie de bedoeling was. Hiermee geeft het Basels comité vooral toe aan een lobby van met name Duitsland en Frankrijk. Deze landen waren namelijk bang dat een al te snelle verzwaring van kapitaaleisen voor banken zou betekenen dat ze de kredietkraan naar huishoudens en bedrijven zouden dichtdraaien.

De aanpassingen die voorzien zijn in Basel III hebben vooral te maken met het creëren van betere en grotere kapitaalbuffers voor banken, en minder met het goed inschatten van risico’s. Er zijn twee belangrijke nieuwe criteria toegevoegd.

 

Leverage ratio
De eerste is het leverage ratio dat wat zegt over wat banken maximaal aan balanstotaal mogen hebben ten opzichte van het eigen vermogen.

Het Comité gaf maandag aan dat banken op iedere euro aan eigen vermogen maximaal 33 euro mogen uitzetten, ofwel een ratio van 3%. Nederlandse banken zitten hier net boven. Hiermee zijn de regels soepeler dan eerder door de markt werd verwacht. Er werd namelijk gerekend op een maximum van 25 euro.

 

Liquiditeitseis
Het andere nieuwe criterium is een liquiditeitseis. Die stelt dat banken in de toekomst de looptijd van hun aangetrokken gelden in redelijke verhouding brengen met de looptijd van het geld dat ze weer uitlenen.

Een andere belangrijke aanpassing is een aanscherping van de regels over wat banken tot hun kernvermogen (tier 1 capital in bankentaal) mogen rekenen.

Er zijn echter ook nog veel zaken die het comité nog verder moet uitwerken in Basel III. Een voorbeeld hiervan zijn extra kapitaaleisen voor systeembanken die te groot zijn om om te vallen. Bovendien moet nog verder uitgewerkt worden hoe, en in hoeverre banken extra buffers moeten opbouwen in tijden dat de kredietverlening snel toeneemt. Een vorm van anticyclisch beleid dus.

 

Onder druk..
Kritiek op de hoofdlijnen van Basel III hebben vooral te maken met het uitstel van de implementatie van de nieuwe regels.

Hoogleraar economie aan de Universiteit Tilburg Sylvester Eijffinger kan zich echter niet vinden in die kritiek en wijst erop dat het maar liefst 10 jaar heeft geduurd om tot het Basel II akkoord te komen. Er zijn immers veel verschillende landen betrokken bij de Basel akkoorden.

Om al die partijen met de neuzen dezelfde kant op te krijgen zal ongetwijfeld veel vergen van Nout Wellinks vaardigheden als voorzitter.

 

Stap in de goede richting
Basel III is met de aangescherpte kapitaaleisen ongetwijfeld een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet helemaal. Banken krijgen straks wat meer vet op de botten om in de toekomst klappen beter op te kunnen vangen. Bovendien wordt de kans dat de belastingbetaler banken moet redden met miljardeninjecties verkleind wanneer systeembanken meer geld moeten aanhouden. Dat is winst.

De volledige scope van Basel III is echter nog niet helemaal te overzien wanneer het akkoord nog niet volledig is uitgewerkt.

Maar een probleem blijft onderbelicht in de aanpassingen in Basel III: Het inschatten van de risico's van de leningen die de banken als eigen vermogen gebruiken. Hiermee wordt een belangrijke weeffout die in Basel II is geslopen dus niet gerepareerd.

Je zou uit de keuze om te focussen op strengere algemene kapitaalseisen kunnen opmaken dat het Basels comité hiermee zegt dat het ondoenlijk is om goed toezicht te houden op de het risicobeleid van de banken zelf ten aanzien van kredieten.

Dat in het eerste Basel akkoord dus geen onderscheid werd gemaakt in het risico van leningen ten aanzien van de hoeveelheid kapitaal die ertegenover moest staan, was dus misschien zo gek nog niet. Het is in ieder geval niet ondenkbaar dat we over een aantal jaren weer aan een nieuwe herziening van het Basel akkoord toe zijn.


Door Eline Ronner, 29 juli 2010

Reageer op dit artikel!

 

 

Dit artikel is ook verschenen op de website van Z24.